Ouderwetse boerenkoolstamppot

Voorbereiding – 10 minuten

Schil de aardappelen en snijd in grove stukken. Plaats de aardappelen in de grote pan en vul deze met water en een lepel zout en breng aan de kook.

Vul ondertussen de middelgrote pan met water en breng aan de kook om later de rookworsten in te verwarmen. Pel de uien en snijd deze zo fijn mogelijk. 

Ouderwetse boerenkoolstamppot afmaken – 20 minuten

Verwarm een klontje boter in de kleine bakpan en fruit de uien aan tot deze goed bruin zijn. Deze zullen de jus zijn bruine kleur geven. Blijf regelmatig roeren om aanbranden te voorkomen.

Roer de maizena glad met een beetje water in een kleine kom. Schenk water en het maizena papje bij de uien en laat de jus enkele minuten koken tot deze de gewenste dikte heeft bereikt.

Je kunt eventueel een scheutje ketjap toevoegen als de kleur te licht is. Wil je graag toch een vleessmaak aan de jus, voeg dan een blokje runderbouillon toe.

Verwarm ondertussen de rookworsten in het kokende water. Voeg de boerenkool toe aan de grote pan zodra de aardappelen bijna gaar zijn. Kook deze nog ongeveer 5 minuten mee en giet het dan af. 

Plaats de aardappelen en boerenkool terug in de pan en stamp deze fijn. Voeg een klontje boter en een scheutje melk toe tot de boerenkool smeuïg genoeg is.

Breng de boerenkool op smaak met peper en zout. Serveer de boerenkool met rookworst, uien jus en mosterd of piccalilly. Eet smakelijk!