Verse coquilles in bechamel saus

Voorbereiding – 20 minuten

Als je verse coquilles hebt gekocht die nog in de schelp zitten, dan is het handig om deze open te maken met behulp van een lang en flexibel mes.

Begin door via de platte kant een snede te maken tot de andere kant van de schelp. Til de platte kant van de schelp op en gebruik een lepel of je handen om de coquille uit de schelp te krijgen. 

Verwijder alles van de coquille behalve de witte en dikke spier. Verwijder ongewenste organen van de spier en dep de coquille droog met een schone keukendoek.

Maak de coquille schelp schoon, aangezien we daarin het gerecht gaan serveren. Verhit je oven voor tot een temperatuur van 210 graden Celsius.

Maak de bechamelsaus terwijl de oven aan het opwarmen is. Smelt 25 gram boter in een klein sauspannetje op laag vuur. Voeg dan 30 gram bloem toe en blijf roeren met een garde totdat er een dikke roux ontstaat.

Voeg beetje bij beetje de volle melk toe, totdat de saus dik genoeg is. Voeg wat geraspte nootmuskaat toe en zet het vuur uit. Verhit een kleine bakpan op middel-hoog vuur, voeg wat boter toe en wacht totdat deze gesmolten is.

Bak de coquilles aan beide kanten 2 minuten. Roer de coquille niet door de pan terwijl deze aan het bakken is. Voeg op het laatste een klein scheutje witte wijn toe en laat het vocht verdampen.

Zet het vuur uit en verplaats de coquilles naar de schelp. 

De verse coquilles in bechamel saus afmaken – 15 minuten

Pak het diepe deel van de coquille schelp en plaats daarin de gebakken coquille in het midden. Giet er dan voorzichtig de béchamel saus in en voeg geraspte Zwitserse gruyère kaas aan toe met wat broodkruim.

Breng het geheel op smaak met peper en zout, en herhaal voor de andere coquilles. Plaats de schelpen op de bakplaat en bak deze 10 minuten lang in de oven. Direct serveren. Eet smakelijk!