Kersenvlaai

Voorbereiding – 1 uur

Eerst gaan we het deeg maken, aangezien dit een uurtje moet rijzen. Meng hiervoor bloem, gist en suiker. Verwarm de boter samen met de melk tot deze lauwwarm is.

Deze mag niet te warm zijn, anders zal de gist kapot gaan. Kneed alles samen enkele minuten tot het een elastisch en soepel deeg is geworden.

Plaats de deegbal dan in een kom, dek af en laat deze een uur rijzen op een warme plek. Vet de vlaaivorm in met boter en een dun laagje bloem. 

Laat de kersen uitlekken en verwarm 300 ml van het vocht in een middelgrote pan.

Breng het sap aan de kook samen met ongeveer 150 gram suiker. De hoeveelheid suiker is afhankelijk of het sap al gezoet was of niet. 

Roer hier dan de taartina bij. Roer glad met een garde en zet na een minuut het vuur uit. Roer de kersen erdoor en laat het dan volledig afkoelen.

Kersenvlaai afmaken – 40 minuten

Bestuif het aanrecht en deegroller met bloem en rol ⅔e van het deeg dun uit. Verplaats het deeg naar de vorm, verwijder het overtollige deeg en druk goed aan.

Prik gaatjes in de bodem met een vork en laat het deeg nog even een kwartiertje rijzen. 

Verwarm de oven voor op 250 graden Celsius, vlaaien worden namelijk kort en krachtig gebakken, zet de vlaai niet te hoog in de oven.

Verdeel een klein handje paneermeel over de bodem zodat de bodem niet te nat wordt van het fruit. 

Verdeel de gebonden kersen over de bodem en zorg ervoor dat ze evenredig verdeeld zijn.

Rol het resterende deeg uit en maak een raster van het deeg. Je kunt dit met een vlaairaster doen, maar je kunt ook reepjes snijden en deze over de vulling heen leggen.

Bak de vlaai mooi goudbruin in ongeveer 10 minuten, afhankelijk van je oven. Laat de vlaai afkoelen en verdeel een handvol grove suiker over de kersenvlaai. Geniet ervan!

Tip: benieuwd naar andere soorten Limburgse vlaaien? Bekijk ons overzicht van de allerlekkerste Limburgse vlaaien die je makkelijk thuis kunt maken.