Flammkuchen

De flammkuchen komt oorspronkelijk uit de Elsass in Duitsland, wat nu Alsace Frankrijk is. Dit is het originele recept met crème fraîche, rode ui en spekjes.

Dit gerecht is ook wel bekend aan de hand van de Franse naam "Tarte flambée". Pizzamakers in Duitsland gebruikten een klein deel van het deeg om te controleren of de oven heet genoeg is. 

Omdat het zonde is om eten weg te gooien, besloten zij om er een simpele topping aan toe te voegen. Voila! Daar ontstond de flammkuchen.

Voorbereiding – 1 uur 45 minuten

Meng in een grote kom het lauwwarm water samen met 7 gram gist en een 1/2e theelepel suiker. Laat tenminste 5 minuten staan. Voeg dan de bloem toe aan het gist mengsel met een snufje zout en een scheutje olijfolie.

Kneed in 5 tot 10 minuten tijd tot een deeg in de keukenmachine met behulp van een deeghaak. Voeg een scheutje olijfolie toe aan de andere kom, leg dan het deeg in de kom en dek af met een vochtige keukendoek.

Laat het flammkuchen deeg op een warme plek anderhalf uur lang rijzen, of tot het deeg verdubbeld is in volume. 

De flammkuchen bakken – 15 minuten

Verhit de oven voor tot een temperatuur van 250 graden Celsius. Haal het deeg uit de kom en rol het op je werkblad uit tot een filterdunne (pizza)bodem.

Zorg ervoor dat de dikte van de pizzabodem niet dikker is dan 2 millimeter. Je kunt 2 flammkuchen met het deeg bakken. Bedek de bakplaat met het bakpapier.

Leg de pizzabodem op het papier en bedek met crème fraîche, maar laat de randen vrij. De randen kunnen tijdens het bakken omhoog komen waardoor het mogelijk is dat de topping aan kan branden.

Snijd de rode ui in dunne halve ringen. Verdeel de spekjes en de halve rode uiringen over de 2 flammkuchen. Voeg zout en peper naar smaak toe.

Bak de flammkuchen 8 minuten lang in de voorverwarmde oven of totdat de bodem lichtbruin gekleurd is. Serveer direct, eet smakelijk!