Stroopwafels

Voorbereiding voor de wafels en vulling – 30 minutes + wachttijd

Smelt de boter in de kleine sauspan. Meng bloem, gesmolten boter, kaneel, gist, melk, ei en zout in een grote kom. Kneed kort tot een deegbal ontstaat en dek af met een warme en schone theedoek. Laat het deeg rusten op een warme plek voor 45 minuten. Ondertussen kun je de vulling gaan maken. Karamelliseer langzaam de helft van de suiker in de middelgrote kookpan. Houd de suiker goed in de gaten, want voor je het weet is de suiker te donker en dan wordt de karamel bitter. Als het een beetje op karamel begint te lijken, voeg je de rest van de suiker toe en laat je het rustig verder karamelliseren.

Verwarm room en schenkstroop in dezelfde sauspan als waar je eerder de boter in hebt gesmolten. Als de suiker een egale karamel is geworden, draai je het vuur uit en schenk voorzichtig de warme room erbij. Roer glad met een garde, karamel is ontzettend heet dus wees voorzichtig! Snij de boter in stukjes en meng beetje bij beetje bij de karamel. De boter maakt de karamel glanzend en mooi. Roer een mespunt kaneel door de karamel. 

Maken van de stroopwafels – 30 minuten

Verhit het wafelijzer tot middel heet. Verdeel een beetje boter op het ijzer met een kwast en rol balletjes van ongeveer 3 tot 4 cm. Leg een balletje in het midden van het ijzer en druk deze dicht zodat een platte wafel ontstaat. 

Haal de wafel van het ijzer zodra deze mooi goudbruin is en druk met de uitsteker gelijk een ronde wafel uit. Als de wafel dik genoeg is, kun je met een klein mesje de wafel makkelijk halveren als deze nog warm is. Als de wafel te dun is, kun je 2 wafels op elkaar leggen.

Herhaal het bakken totdat al het deeg gebruikt is. Als je nog iets over hebt, kun je kleine stroopwafeltjes maken. Verdeel een beetje karamel vulling op een zijde van de wafel en druk er een andere wafel op. Stroopwafels zijn het lekkerste als ze nog warm zijn, smakelijk!