Koe loe kai

Voorbereiding – 30 minuten

Zeef het bakpoeder samen met de bloem en een snuf zout. Voeg het ei en 100 ml water toe en meng tot een glad beslag. Zet het beslag opzij.

Verwijder eventueel overtollig vet en spieren van de varkenshaas en snijd deze in blokjes. Zorg ervoor dat deze niet te groot of klein zijn, in principe worden ze bij de Chinees in ‘balletjes’ geserveerd van ongeveer 2 bij 2 cm.

Meng het vlees met een eetlepel rijstazijn en een eetlepel zoute sojasaus en laat dit kort marineren.

Pel de uien en knoflooktenen en schil de gemberwortel. Snijd de uien in (halve) dunne ringen en rasp de gember en knoflook fijn. Was de paprika en snijd deze in stukken, niet te klein. 

Verwarm een pan met dikke bodem met zonnebloem- of andere neutrale olie om te frituren en leg een groot bord met keukenpapier klaar.

Koe loe kai afmaken – 30 minuten

Verhit een beetje zonnebloemolie in een kleine sauspan. Fruit hier de gember en knoflook kort in op laag vuur. Voeg de tomatenketchup, rijstazijn en ananassap toe. 

Meng 100 ml water met een eetlepel maizena tot een glad papje. Voeg het papje toe aan de saus en kook dit nog kort tot de gewenste dikte. Breng de saus op smaak met sojasaus.

Controleer met een stukje keukenpapier of de olie heet genoeg is, als er bubbels verschijnen is de olie heet. Haal de stukjes vlees door het beslag en frituur deze mooi goudbruin.

Voeg niet teveel vlees tegelijk toe aan de pan, want dan zullen ze aan elkaar gaan plakken. Schep deze op het bord met keukenpapier om overtollige olie te verwijderen en herhaal tot al het vlees gefrituurd is.

Verhit een scheut zonnebloemolie in een wok of diepe bakpan. Bak de ui en paprika enkele minuten en voeg dan de gefrituurde stukjes vlees toe. Roer een keer om en voeg de gewenste hoeveelheid zoetzure saus toe. Serveer direct, eet smakelijk!