Kip katsu curry

Voorbereiding – 10 minuten

Snijd het uitje en de twee teentjes knoflook fijn. Tik het eitje open in een kommetje en meng met een vork. Snijd de 2 kipfilets in 4 stukken van ongeveer een centimeter dik.

Vul een grote pan met water en breng aan de kook. Voeg een snufje zout toe en kook de rijst aan de hand van de instructies op de verpakking. 

De kip katsu curry afmaken – 30 minuten

Verhit een scheutje olijfolie in een middelgrote pan op middel-hoog vuur. Fruit de knoflook en het uitje rustig aan. Voeg 2 eetlepels bloem en 2 theelepels currypoeder toe. Roer en bak een minuut lang mee.

Giet langzaamaan de kippenbouillon erbij, voeg dan een kneepje honing, sojasaus, het laurierblaadje en een theelepel garam masala toe. Breng aan de kook en zet dan het vuur lager, laat 15 tot 20 minuten lang rustig koken.

Roer zo nu en dan om te voorkomen dat er een vel ontstaat bovenop de saus. Je kunt ervoor kiezen om de currysaus door een zeef te halen om een gladde saus over te houden.

Voeg bloem toe aan een diep bord en panko aan het andere bord. Breng de kipfilets op smaak met peper en zout.

Bedek de kipfilets eerst in bloem, dan in het eimengsel en als laatste de broodkruimels. Verhit zonnebloemolie in een braadpan met dikke bodem en frituur de kipfilets goudbruin.

Serveer de kip katsu curry met de gekookte witte rijst, garneer met lente ui en/of een schijfje citroen. Eet smakelijk!