Begin met het schillen van de aardappels en spoel deze met water goed af om te voorkomen dat er restjes zand of modder op zit. Haal dan de putjes en lelijke plekken uit de aardappels. Vul een grote pan met ruim water (ongeveer driekwart) en breng aan de kook.
Je kunt aardappelen ook in de schil koken, al is dat minder lekker bij aardappels die al wat ouder zijn. Zorg ervoor dat de aardappels van dezelfde grootte zijn, is dat niet het geval? Dan kun je simpelweg de aardappels in kleinere stukken snijden.
De reden hiervoor is dat aardappels die even groot zijn, zullen tegelijkertijd klaar zijn. Kleinere aardappels zijn altijd eerder gaar dan grote.
Over het algemeen genomen moet je aardappels zo'n 18 tot 20 minuten lang koken, maar dit is afhankelijk van de soort en grootte van de aardappels. Voer dan de (bekende) priktest uit; prik er met een vork in. Gaat de vork er makkelijk in? Dan zijn de aardappels gaar, zo niet; dan kook je ze nog een aantal minuten langer. Giet de aardappels na het koken af met behulp van een vergiet.