Mierikswortel

• Latijnse naam: Cochlearia armoracia
• Familienaam: Kruisbloemenfamilie (Crucifereae)
• Overige namen: Mierik, boerenradijs, mieredik
• Buitenlandse namen:
  • Engels: Horseradish
  • Frans: Raifort
  • Duits: Meerrettich
  • Italiaans: Rafona
  • Spaans: Ràbano
• Oorsprong: Oost-Rusland
• Vindplaats: Verwilderd in geheel Europa in de buurt van zoet water; in Nederland bestaat alleen de gekweekte vorm.
• Kweek: Te vermeerderen door de wortels te scheuren, in plakjes te snijden en ze op 25 centimeter afstand van elkaar te poten. Dat moet gebeuren in het vroege voorjaar, in goed omgespitte, bemeste grond, ongeveer 30 centimeter diep.
• Verduurzamen: Elk najaar de wortels rooien, in plakjes of geraspt drogen, of in azijn bewaren.
• Toepassing spijs en drank: Altijd op koude spijzen of in koude sauzen gebruiken, want gekookt of in warme gerechten vervliegen de vluchtige oliën snel en dus de smaak en geur.

Ga terug naar het overzicht van de Kennisbank voor koken.