Lavendel

• Latijnse naam: Lavandula
• Familienaam: Lipbloemenfamilie (Labiateae)
• Buitenlandse namen:
  • Engels: Lavender
  • Frans: Lavande
  • Duits: Lavendel
  • Italiaans: Lavanda
  • Spaans: Espliego
• Oorsprong: In het wild in Zuid-Europa rond de Middellandse Zee.
• Vindplaats: Gekweekt in alle warme en gematigde klimaten, ook in Nederland.
• Kweek: In het voorjaar vermeerderen door uitlopers van 15 centimeter af te knippen en die uit te poten in kalkhoudende grond met een goede afwatering. Zaaien is in Nederland vrij moeilijk. Wanneer in het najaar gestekt wordt, moeten de planten ’s winters met zanderige compost afgedekt worden.
• Verduurzamen: De bloemen plukken als ze opengaan. Doe het op een droge, liefst zonnige ochtend en laat de lange stelen eraan zitten. Losjes in bossen binden en te drogen hangen op een luchtige schaduwrijke plaats.
• Toepassing spijs en drank: Lavendel vormt een onderdeel van de ‘secutepices provençales;’, een mengsel van kruiden en specerijen, dat speciaal bestemd is voor ree-, haas- en konijnepepers, de ‘civets’. In visgerechten hoogstens een vleugje bloesem gebruiken. Een tikje lavendel per 500 gram appelgelei (ongeveer een jampot), een blaadje in de thee, of thee geheel van gedroogde jonge lavendelblaadjes, het is allemaal de moeite van het proberen waard.

Ga terug naar het overzicht van de Kennisbank voor koken.